#AchterDeSchutting: De tuin van Henk Jan en Ilse

Na een succesvol avontuur met online winkel Gadero – bekend van de tuinmaterialen – startte Henk Jan vijf jaar geleden met een nieuw project: Yarinde.nl. Tuinliefhebbers die zich online oriënteren zijn deze naam vast al eens tegengekomen. Yarinde biedt namelijk via de website en een mobiele app borderpakketten, beplantingsplannen en, in toenemende mate, losse verkoop van vaste planten, bomen en heesters. De site en app zijn daarnaast erg leuk voor meer inspiratie en advies over tuinieren.

Henk Jan vertelt: “Ik investeer met mijn huidige bedrijf Veams in startups. In sommige daarvan heb ik zelf een rol in de bedrijfsvoering, zoals bij Yarinde. Dat zijn de bedrijven waar ik zelf ook een binding mee voel. Yarinde hebben Michaël en ik samen opgezet. Hij heeft de inhoudelijke plantenkennis en ik hou me vooral bezig met de website. Hoewel mijn vader een kwekerij heeft met bomen en heesters, heb ik toch nog heel veel kennis opgedaan de afgelopen jaren. Door het boek De Tuinjungle ben ik geïnspireerd geraakt en me meer gaan verdiepen in biologische en inheemse planten. We merken bij Yarinde ook dat de vraag daarin toeneemt.”

“Het is soms wel een zoektocht” erkent Henk Jan. “Het is lastig om biologische kwekers te vinden die de volumes kunnen leveren die we nodig hebben. Biologische fruitbomen zijn bijvoorbeeld goed te verkrijgen, maar biologische heesters zijn er bijna niet. Terwijl die toch veel makkelijker biologisch te kweken zijn als vaste planten. Ook prijstechnisch is het soms een puzzel. Gelukkig zien we wel dat er goede ontwikkelingen zijn en blijven we zoeken naar kwekers die bij onze doelstellingen passen.”

Grote tuin in Haren met inheemse beplanting

De afgelopen jaren besteedde Henk Jan niet alleen aandacht aan Yarinde, maar investeerde hij samen met zijn partner Ilse ook in hun vrijstaande nieuwbouwwoning aan de rand van Groningen. Het perceel was voorheen een weiland dus om daar een mooie tuin van te maken schakelde het stel de hulp in van landschapsarchitect Kasper Klap. Er waren slechts een paar wensen: naast een paar praktische eisen werd er gedacht aan een zwembad en vroegen ze om een deels inheemse beplanting.

Henk Jan vertelt: “Kasper heeft vrijwel alles bedacht en gaf eerlijke adviezen. Zo voelde hij niets voor ons idee om achter in de tuin een zwembad te maken. Veel te winderig en weinig privacy. Nu ligt het zwembad beschut tussen de woning en de schuur. Hier maken we er veel sneller gebruik van. Andersom voelden wij weer niets voor een trendy zwembad met donkere wanden. Onze kinderen vinden het eng om in donker water te zwemmen. Daarom hebben we ook niet gekozen voor een zwemvijver.

De houtwal draagt bij aan de biodiversiteit

In het ontwerp is rekening gehouden met het zicht op de landelijke omgeving. “Kasper gaf zelf toe dat hij initieel teveel beplanting had gekozen aan de rand van het perceel. Dat zou ten koste gaan van de zichtlijnen. Nu wordt het uitzicht slechts kort onderbroken door twee knotwilgen, een perenboom en een natuurlijke rand van een inheems bloemenmengsel en grassen. Een fraaie houtwal aan de andere zijde maskeert het zicht op de tuinen van de buren. Ook deze houtwal draagt bij aan de landelijke sfeer en de biodiversiteit. Hier staan onder andere groene en zwarte vlier, hulst, een appelboom, bessenstruiken, een walnotenboom, hazelaars, dakspaaneik en boerenjasmijn.

Rondom het huis werd gekozen voor meer gestructureerde borders, maar ook daarin was ruimte voor veel inheemse beplanting zoals longkruid, distels, paarse dovenetel, duizendknoop, grote pimpernel, ruwe smele, ooievaarsbek, kruipend zenegroen, elfenbloem en akelei. Een meidoornhaag scheidt de tuin van de straat. De inheemse beplanting werd aangevuld met siergrassen, biologische bijenlokkers zoals salvia, prachtkaars, ereprijs en lavendel en heesters en kleine bomen zoals specerijplant, krent en een mooie purperen pruikenboom. Langs de pergola bij het zwembad groeien twee soorten blauwe regen en kamperfoelie.

In de border langs de schaduwzijde van de woning staan een aantal hortensia’s. Henk Jan: “Die hortensia’s zijn ergens het plan ingeslopen, want ik heb eigenlijk niets met deze plant. Ze voegen niets toe aan de biodiversiteit. We hebben nu fluweelhortensia’s staan. Het blad is mooi, maar ze doen het niet zo goed op deze plek. Als ze het niet redden, vervang ik ze misschien door de eikenbladhortensia. Die vind ik mooier.”

Om in te spelen op het veranderende klimaat werd in de voortuin onder de grond een grote tank ingebouwd waarin regenwater wordt opgevangen. Dankzij een ingebouwd systeem kan daar eenvoudig een sproeier op aangesloten worden. “Vorig jaar heb ik er in de droge weken maar een paar keer mee kunnen sproeien maar toen was alles nog maar net aangelegd. Vooral het vele gras vroeg veel water.”

Wintergroene steeneik en meerstammige leibomen

Net als iedere tuinier heeft Henk Jan een paar elementen in de tuin waar hij trots op is. Zo werd hij verliefd op de meerstammige leibomen die langs het zwembad extra privacy bieden. Ook is hij blij met de wintergroene steeneik die deze ‘binnentuin’ siert. “Deze boom past bij de sfeer en verliest geen blad. Dat was wel een voorwaarde met het zwembad. Hij is nu nog niet zo groot, maar kan wel tientallen meters hoog worden. Ook de krent in de voortuin vind ik mooi als hij in bloei staat.”

Een andere combinatie ontstond toevallig. Tijdens de bouwwerkzaamheden werd er een enorme zwerfkei gevonden in de grond. Volgens goed gebruik moest die ergens op het erf een nieuwe plek krijgen. Hij werd met heel veel moeite een klein stukje verderop geplaatst bij de mooie sierkers. “Het is echt een enorme steen, de shovel kon hem maar net tillen. We wisten eigenlijk niet zo goed wat we er mee moesten. Maar als de kers in bloei staat vind ik het een mooie combinatie om te zien. Het heeft goed uitgepakt.”

Al met al is Henk Jan tevreden met de tuin. “Er is nog ruimte voor verbetering en sommige delen zijn nog in aanleg, zoals de moestuin, maar we zijn nog steeds erg blij met het ontwerp en de adviezen van Kasper. Van beide kanten was er veel ruimte voor inbreng van ideeën en daar is de tuin echt beter van geworden. Nu mag het allemaal nog een beetje gaan groeien!

Tot slot nog een tip: Op Yarinde staan heel veel blogartikelen met inspiratie en advies. Leuk voor de beginnende en de meer ervaren tuiniers onder ons!

#GroeneVingersKweken: Smeerwortelgier

Tuinontwerper Bernadette Geradts van Kleine Natuur Tuinontwerp deelt haar handige tips over (diervriendelijk) tuinieren met ons. Deze keer vertelt ze meer over het maken van smeerwortelgier. Ze laat zien hoe je vloeibare voeding maakt van deze geweldige plant voor bijen én hoe dat helpt om hem enigszins in toom te houden.

Klik voor meer tips: #GroeneVingersKweken

#OpDeSchop: De tuin van Coby en Jan

Coby had fijne jeugdherinneringen aan de moestuin van haar ouders. Alleen nodigde hun kleine schaduwtuin in de stad niet echt uit tot tuinieren. Dus toen zij en Jan en hun twee kinderen van Groningen naar Haren verhuisden, kon ze niet wachten om te beginnen in de tuin. Maar de jaren ’30 woning die ze kochten werd eerst gerenoveerd: de tuin moest nog even wachten. “Misschien was dat ook wel goed” vertelt Coby. “Nu wisten we veel beter in welke hoekjes je lekker in de zon zit en waar de schaduw en natte plekken zijn.”

De tuin in de oude situatie

Tuinieren op de Hondsrug

Die natte plekken waren sowieso een probleem in deze tuin. Het huis staat namelijk hoog en droog op de Hondsrug, maar gedeeltes van de tuin liggen een stuk lager. In periodes van regen was de oprit daardoor één grote modderpoel en achter in de tuin ontstond regelmatig een grote plas die niet meer wegtrok. Ook voor de indeling van de lange, rechte tuin konden Coby en Jan wel wat ideeën gebruiken. Dus schakelden ze de hulp in van tuinontwerper Anne-Marie Beck. Aan de hand van gesprekken, wensen en moodboards maakte zij een ontwerp met stappenplan voor een natuurlijke tuin met hoogteverschillen, ronde vormen en heel veel planten.

Ontwerp en aanlegfase

Op de bestrating na, legden Coby en Jan zelf de tuin aan. Voordat ze van start konden met de uitwerking van het plan, werd er eerst het nodige voorwerk verricht. In overleg met de buren en met behulp van een minikraan van een familielid, werd er begin 2023 een grote coniferenhaag uitgehaald. Coby: “Dat was één van de eerste echte klussen in de tuin. Ik weet nog dat het sneeuwde. Het zal februari zijn geweest.” Ook kwamen ze in de tuin een aantal ‘verrassingen’ tegen.

Coby en Jan kwamen een aantal ‘verrassingen’ tegen

Coby: “Zodra we begonnen met snoeien en graven, ontdekten we de ene na de andere fundering in de tuin. Waarschijnlijk van eerdere schuurtjes en bijgebouwen. Blijkbaar namen ze vroeger niet de moeite om die helemaal weg te halen en werkten ze er gewoon overheen. We kwamen zelfs een oude beerput tegen. Het was heel veel werk om die er allemaal uit te halen. We dachten regelmatig: ‘Oh nee, niet weer!’ als we weer iets tegenkwamen. Containers vol zijn er uit de tuin gehaald voordat we echt van start konden.”

Gelukkig kreeg de tuin in de loop van 2023 steeds meer de vorm die het stel voor ogen had. Ieder vrij uurtje werd benut. Samen met Anne-Marie en haar moeder – die een deel van de planten leverde – werden met paaltjes en draden de borders uitgemeten en de eerste planten uitgezet. Een stratenmaker legde de paden en terrassen aan. Na enig advies kozen ze er vervolgens voor om de tuin achter op te hogen. De oprit werd voorzien van grind waardoor het water beter weg kan zakken en er geen modder meer in huis wordt gelopen.

Hoogteverschil opvangen

Ook tussen de verschillende ronde terrassen werd gebruik gemaakt van grind als opvulling. Het hoogteverschil werd opgevangen met een opstaande, stenen wal die geaccentueerd werd met een brede en schuin geplaatste pergola. Hierdoor ontstond een speels effect en worden de twee tuingedeeltes opgedeeld. Hoog de terrassen en de borders, in het lagere gedeelte gras en ruimte voor de trampoline van de kinderen. In de borders staan veel vaste planten zoals duizendknoop, purperklokje, ooievaarsbek, spoorbloem, damastbloem en sleutelbloem. Maar ook grassen zoals vedergras en prachtriet en heesters zoals een naaktbloeiende sneeuwbal, rododendron en vlinderstruik.

De nieuwe situatie, april 2024

Coby en Jan zijn heel blij met het resultaat. Coby: “Ik vind het zo heerlijk om de tuin in te kunnen lopen en gewoon lekker wat te rommelen. Ik ben nu heel veel aan het leren over de planten en de grond in onze tuin. Het is leuk om met andere mensen daarover te praten. Vooral met buurtgenoten die deze grond en omgeving goed kennen. De klussen bestaan nu vooral uit het aanvullen van de beplanting en onkruid wieden. Ook wil ik nog meer doen met de voortuin, want ook daar kan je heerlijk in de zon zitten.”

Meer in het moment leven

“Wel vraag ik me soms af of we er aan toe komen om te gaan genieten in de tuin. Ik zie nog iedere keer zoveel om te doen! Aan de andere kant ben ik graag buiten en vind ik het fijn om met mijn handen te werken. Voor mijn werk ben ik meer met mijn hoofd bezig, veel aan het vooruitdenken. Tijdens dit soort klusjes leef ik meer in het moment.”

Dat genieten komt vast wel goed. Want hoewel de tuin vrij letterlijk bijna helemaal op de schop ging, is het nu in april al een aantrekkelijke tuin met een bloeiende perenboom, prachtige witte tulpen en heel veel planten op het punt van ontluiken. De vele klimplanten zoals druif, blauwe regen, passievrucht, rozen en clematissen wachten op wat meer warmte om de hoogte in te schieten en de fluweelboom toont zijn zachte knoppen. Coby: “Ik ben heel benieuwd hoe het er straks allemaal uit gaat zien. “Ik kan niet wachten tot alles begint te groeien en in bloei staat!”

April 2024, laat het seizoen maar beginnen!

DiepGravendeVragen – Caroline Thomas – Tuinen van Thomas

Voor de rubriek #DiepgravendeVragen ging ik langs bij Caroline Thomas. Caroline is tuinontwerper en beeldend kunstenaar. Onder de naam Tuinen van Thomas maakt ze unieke tuinontwerpen voor grote en kleinere opdrachtgevers uit de regio. Haar tuinen kenmerken zich door hun heldere, speelse, en groene karakter. Het zijn tuinen met een twist.

Caroline en ik ontmoeten elkaar op het Suikerterrein in Groningen. Caroline is namelijk betrokken bij de aanleg van een parkachtige woonwijk op het voormalige terrein van de Suikerunie fabriek. Ze vertelt: “Het basisontwerp voor het park lag er al en ik ben betrokken geraakt bij de verdere uitwerking en het beplantingsplan. Het is een project met uitdagingen, daarom vind ik het leuk en goed om te laten zien. Om te vertellen wat er allemaal bij komt kijken en dat het soms gerust zoeken is naar oplossingen.”

“Het terrein is namelijk van de gemeente en in 2030 wordt alles in principe weer weggehaald om plaats te maken voor iets anders. Ook was het een eis dat planten en bomen dan weer herplaatst kunnen worden op een andere plek. Daardoor moesten we kiezen worden voor bomen die niet te hard groeien, want dan wordt de stam te dik en is herplaatsing niet meer mogelijk. Ook de bodem is na jaren gebruik als fabrieksterrein niet ideaal. Deze is wel bewerkt, maar op sommige plaatsen helaas niet optimaal.”

Het park wordt in fases aangelegd, dus ik kom regelmatig langs. Dan kan ik zelf zien hoe de nieuwe aanplant zich houdt – zeker met de weersomstandigheden deze zomer en winter – en overleggen met de hoveniers van Hooft Hoveniers die de aanleg verzorgen. Het wordt wel héél leuk trouwens, met planten, vormen, geuren en kleuren die geïnspireerd zijn op het thema suiker. Denk dan aan beplanting met mierzoete combinaties van zachtroze en geel, naar die vierkante schuimblokken. Maar ook bijvoorbeeld cichorei die in de oorlog als surrogaatkoffie werd gebruikt of het wollige van suikerspinnen.”

Je werkt inmiddels aan dit soort mooie en grote projecten. Maar hoe ben je begonnen als tuinontwerper?

“Vroeger wilde ik eigenlijk modeontwerpster worden. Met dat doel ging ik naar de kunstacademie in Utrecht. Helaas werd ik na het eerste jaar niet toegelaten tot die richting, maar ik vond de opleiding zó leuk dat ik wel zeker wist dat ik wilde blijven. Toen heb ik de richting Fine Art (Autonoom, Ruimtelijke Vormgeving) gekozen en afgerond. Tijdens mijn studie woonde ik een tijdje in Barcelona, waar ik meer geïnspireerd werd door Land Art.”

“Tijdens de zwangerschap van ons eerste kindje kregen we de kans om een woning te kopen in onze straat in Utrecht. We zouden daardoor van een bovenwoning verhuizen naar een huis met een tuin. Die tuin heb ik helemaal nieuw aangelegd met hulp van mijn vader. Liep ik met de kinderwagen naar de ene kant van de stad voor cobblestones en naar de andere kant om planten op te halen. Ik was altijd in de tuin bezig. Onlangs ben ik trouwens nog eens in diezelfde tuin geweest: in grote lijnen is deze nog hetzelfde zoals ik hem toen heb aangelegd.”

“In diezelfde tijd kwam ik af en toe via mijn broer in aanraking met een tuinarchitect en zag ik tuintekeningen. Ik had daarvoor nooit zo beseft dat zoiets bestond, maar dacht wel: dát wil ik ook! Tekenen kan ik wel en waar ik op de kunstacademie altijd werd aangemoedigd door de docenten om groter te denken en werken, mag je bij tuintekeningen juist kleiner werken. Het zaadje was geplant, maar het duurde nog tot na onze verhuizing naar Groningen dat ik er echt iets mee ging doen. Toen zag ik in een advertentie de opleiding tot hovenier voorbijkomen waar alle onderdelen van het vak aan bod kwamen, inclusief tuintekenen. Daar heb ik mij voor aangemeld.”

Komt je vooropleiding goed van pas bij het ontwerpen van tuinen?

“Door de kunstacademie was ik gewend om te denken vanuit vorm, ruimte en kleur. Ik weet hoe je een buitenruimte kunt beïnvloeden met ruimtelijke vormen. Ik ontwerp niet opzettelijk vanuit bepaalde principes, dat wordt te bedacht. Ik werk meer op gevoel en die is goed ontwikkeld door kennis en ervaring.”

“Het is dan ook jammer dat opdrachtgevers soms afwijken van het ontwerp en bijvoorbeeld een pad recht leggen in plaats van zoals hij getekend is. Het staat ze vrij, maar het haalt de kracht uit het hele ontwerp. Ik raad het dus altijd af.”

“Tijdens de hoveniersopleiding heb ik – naast het tekenen – veel geleerd over de praktische kant van een tuin aanleggen en onderhouden. Ik zie bij sommige jonge tuintekenaars dat dat stukje ervaring ontbreekt. De opleidingen zijn in het verleden helaas behoorlijk uitgekleed. Gelukkig heeft Martin Knol (oud-docent bij het Terra College, hovenier en tuinontwerper) met een aantal anderen het initiatief genomen om het voormalige opleidingsinstituut Frederiksoord weer op te starten. Daar had ik graag heen gewild, maar de opleiding was toen net gestopt. Diepgaande kennis ontbreekt vaak. Daarom adviseer ik ook: ga stage lopen of loop mee bij een kwekerij of een hovenier.”

Wat voor soort tuinen ontwerp je graag?

“Een onderhoudsvrije tuin is meestal de eerste wens van veel opdrachtgevers. Dan zeg ik: als je een onderhoudsvrije tuin wil, neem dan een tuinman of -vrouw. Dé onderhoudsvrije tuin bestaat niet. Liever streef ik ernaar om samen met de opdrachtgever te onderzoeken hoe je een relatie kunt opbouwen met de tuin.”

“De kunst is om door te vragen. Hoe leef je? Wat doe je in het weekend? Van welke muziek hou je? Waar ga je graag naartoe op vakantie? Als je tuin je doet denken aan je favoriete vakantiebestemming, dan kan je daar lang op teren. Het gaat er om verbondenheid met je tuin te creëren. Ik ben trots op een tuintje in de stad. Het is een kleine tuin, maar daar klopt alles. De eigenaresse heeft de plek helemaal eigen gemaakt en heeft nu een fantastische band met haar tuin. Dat is waar je op hoopt.”

“Schaduwtuinen vind ik heerlijk om te maken. Geen gras, alleen maar schaduwplanten. Daarmee kan je zoveel leuke en spannende dingen doen. Het is letterlijk een onbelichte vorm van tuinieren.”

“Het moet allemaal kloppen. Bij het Suikerterrein bijvoorbeeld hebben planten ook een geurwaarde of stimuleren ze de biodiversiteit. Dat vind ik heel belangrijk, al voor ik begon met de hoveniersopleiding. Ik werk niet uitsluitend met inheemse planten, maar wel altijd voor een deel. Vooruitkijken vind ik daarbij belangrijk. Door de droogte gaan inheemse planten zoals Amelanchier het hier steeds moeilijker krijgen. Veel beuken hebben het nu al zwaar. Wat vroeger in de Parijszone bloeide was hier niet toepasbaar, terwijl er nu meer beplanting mogelijk is dan je denkt. Hoewel ik een olijf hier niet snel naar toe zal halen.”

Heb je bedrijven waar je veel mee samenwerkt?

“Ik werk graag samen met Hooft hoveniers. Ik ben een kunstenaar en kan soms wel eens eigenwijs zijn. Zij snappen dat en hebben eenzelfde soort lef. We werken meestal samen aan de wat grotere projecten. Het is fijn om korte lijntjes te hebben en er tijdens de uitvoering bovenop te zitten. Dan kan je snel anticiperen als dat nodig is.”

“Maar er zijn ook samenwerkingen met andere tuinontwerpers of -architecten. Via het toenmalige Ontwerpinstituut heb ik onder andere een verdiepingscursus Ontwerpen met Beplantingen gedaan waarmee ik vervolgens de parfumtuin op het Franse tuinenfestival heb mogen realiseren. Sanne Horn verzorgde deze enorm leerzame cursus. Met Angela Warmerdam van Angela’s Tuinen die ik bij Het Ontwerpinstituut leerde kennen, verzorg ik een paar keer per jaar het kantinegesprek in Apeldoorn. Dat zijn inspiratiebijeenkomsten voor mensen uit de groensector, waar zelfs publiek uit België op af komt.”

“Tot slot werk ik regelmatig met Peter Bruinen en Pieter Hoven. Zij hebben me ook geholpen bij de aanleg van mijn Parfumtuin in Chaumont-sur-Loire.”

Ja, kan je daar meer over vertellen?

“Ik ken het Festival des Jardins in Chaumont-sur-Loire al sinds 1999 via een BBC programma. Altijd als we in Frankrijk waren wilde ik er per se heen. In 2018 sprak ik iemand over de voorwaarden voor deelname. Ik had toen al een inspiratietuin in Appeltern gemaakt en had daardoor het vertrouwen gekregen om een showtuin te kunnen maken. Na dat gesprek dacht ik: dat lukt me!”

“Tijdens de cursus van Sanne Horn had ik een ontwerp gemaakt voor de tuin van een fictief museum. Een parfum museum in Parijs. Wat volgde was een heel onderzoek naar geurfamilies, geurnoten en hoe een parfum wordt opgebouwd. Hierbij ging het om een ontwerp met alleen bladplanten, de geur komt vrij wanneer je het blad kneust. Dat ontwerp heb ik verder uitgewerkt naar het populaire boek ‘Het Parfum’ van Patrick Süskind. Ik verzette me vroeger een beetje tegen de hype rondom dat boek, maar ben het uiteindelijk toch gaan lezen en heb het hoofdstuk voor hoofdstuk ontleed. Alle planten die in het boek worden beschreven en als geurstof -essence- worden gebruikt in parfums, vormden de basis voor de showtuin in Frankrijk.”

De tuin werd verdeeld in zones, naar elke geurfamilie. Bijvoorbeeld de Citrus geuren. Het ontwerp paste goed bij het thema: paradijselijke tuin. Als je denkt aan het paradijs denk je aan water, sinaasappel, geur en fruit. Er waren heel veel inzendingen, maar ik werd toch geselecteerd. Dat was tot nu toe mijn mooiste ervaring op tuingebied. Echt een hartenwens die uitkwam.”

Naar aanleiding van die tuin maakte je later ook nog een geurtuin voor het tijdschrift Groei & Bloei.

“Klopt. Ik heb toen speciaal voor Groei & Bloei een geurtuin ontworpen. In eerste instantie wilde de redactie alleen een borderontwerp, maar dan mis je de beleving en kan je niet spelen met verschillende typen planten zoals schaduwplanten. Het is een volledig nieuw ontwerp geworden, maar ik heb wel planten gebruikt die ook in Frankrijk in de tuin stonden.”

Heb je zelf trouwens favoriete planten of bomen?

“Ik heb Gaura altijd een mooie plant gevonden. Prachtkaars is luchtig en bloeit heel erg lang. Het is helaas niet altijd zo’n betrouwbare plant, maar soms heb je met een zachte winter geluk. Of zaait de plant zich uit. Mijn advies is een nieuwe aan te schaffen als hij wegvalt. Voor de prijs van een bosje bloemen heb je een zomer lang deze geweldige plant in je tuin.”

“Ook heel mooi en helaas ook niet zo betrouwbaar met vorst en kou is Salvia guaranitica ‘Black and Blue’. Het grootste probleem is vooral de combinatie van veel vocht en daarna vorst. Het mooiste grasje vind ik Miscanthus nepalensis. In het avondlicht lijkt hij wel puur goud. Hij heeft een schitterende gloed. Echt heel mooi.”

Tot slot, heb je nog tips voor tuintrends die gaan komen de komende jaren?

“Nou, ik ben eigenlijk niet zo van de trends. Voor mezelf hoop ik dat opdrachtgevers vaker durven te kiezen voor meer beplanting: sterke bomen, bloeiende struiken en waardevolle planten voor mens en dier. Én dat er minder plastic in de tuin beland. Er waren mooie ontwikkelingen met composteerbare plantenpotjes, maar dat staat nu helaas weer een beetje stil.”

“Maar trends… Ik vind vooral dat je je eigen pad moet volgen. Ga op je je eigen inzicht af. Liefst zo natuurlijk mogelijk. Doe wat je zelf wil en negeer wat een ander daarvan denkt. Kies voor kleuren en combinaties waar je zelf blij van wordt en niet omdat ze in de mode zijn.”

“Eigenlijk is dát gewoon mijn tip: wees jezelf en volg de trends niet!”

Benieuwd geworden naar de ontwerpen van Caroline? Je vindt ze op www.tuinenvanthomas.nl!

Op 26 mei 2024 kan je haar bovendien ontmoeten in haar studio tijdens de BiotOPENdag in de Biotoop Haren!

#GroeneVingersKweken: Groenbemesters

Tuinontwerper Bernadette Geradts van Kleine Natuur Tuinontwerp deelt in haar tutorials handige tips over (diervriendelijk) tuinieren met ons. Deze keer laat ze zien welk type groenbemesters je kunt zaaien om de bodem en het bodemleven in je (moes)tuin te verbeteren.

Klik voor meer tips: #GroeneVingersKweken

#GroeneVingersKweken: Bokashi starter

In deze rubriek deelt tuinontwerper Bernadette Geradts van Kleine Natuur Tuinontwerp praktische tuintips met ons. Deze keer een tutorial over het gebruik van Bokashi starter om het bodemleven in je (moes)tuin te verbeteren!

Klik voor meer tips: #GroeneVingersKweken

#InHetZonnetje: winterjasmijn

Jaren geleden kreeg ik van een fantastische buurvrouw voor mijn verjaardag een winterjasmijn (Jasminum nudiflorum). Ik ben jarig in februari en laat dit nou één van de weinige heesters zijn die in die periode bloeit. Andere vroege toppers zijn natuurlijk de toverhazelaar (Hamamelis, komt soms al in bloei in januari) of de Forsythia die vanaf maart uitbundig geel bloeit (ik haalde vroeger dan ook vaak de winterjasmijn en Forsythia door elkaar). Maar de winterjasmijn bloeit nog eerder dan beide: van december tot februari op de verder nog kale, vierkante stengels van de plant.

In de periode dat ik mijn winterjasmijn kreeg, moest ik nog veel leren over tuinieren. Het was niet bepaald een trendplant, ik vond geel lastig om te combineren en wist ook niet zo goed wat ik met die lange stengels aan moest. De winterjasmijn kwam daardoor op een plekje te staan waar ik haar eigenlijk een beetje vergat en er vanuit huis geen zicht op had. Ze deed het wel goed, bloeide ieder jaar een tijdje maar nogmaals: doordat ik dat niet dagelijks zag, ging het eigenlijk wat langs me heen. Ik was er blij mee, maar had ‘r waarschijnlijk zelf nooit gekocht.

Tot we gingen verbouwen. Sinds we een aanbouw hebben en daardoor wat aanpassingen in de tuin hebben gedaan, staat de winterjasmijn op een andere plaats. Nog steeds aan de zijkant van het huis, maar dan op een nog moeilijker stukje: met droge schaduw. Het was dus een gokje, want ze krijgt echt weinig zon op jaarbasis. Maar de plant staat nu wel prominent voor een raam, op een plekje waar weinig anders dan bamboe en klimop wil groeien. Hier mag ze haar gang gaan en vlecht ik de lange takken door een ijzeren hekwerk om ze de lucht in te leiden.

Nu, na twee jaar op deze plek, wordt de volle waarde van de winterjasmijn bewezen. Want sinds december staat ze al te bloeien én wordt het gezien. Dat ze al ruim een maand bloeit, is extra bijzonder, want het is geen gemakkelijke periode voor de planten. Heel veel regen, direct gevolgd door zware vorst. Vervolgens wéér regen en relatief hoge temperaturen. Om nu – as we speak – een kille koude wind en sneeuw te moeten verduren.

Het zijn van die dagen dat het nieuwe tuinseizoen nog eindeloos ver weg lijkt en mensen die gevoelig zijn voor een winterdip elk flintertje hoop aangrijpen om de dagen door te komen. Ik spreek uit ervaring: ik bèn zo iemand en de winterjasmijn ís mijn flintertje hoop. Dus ik gun het deze dappere plant (en mezelf ook wel een beetje) dat ze zeer binnenkort wordt beloond met een bezoekje door de eerste hommels van het jaar!

#GroeneVingersKweken: Bollenlasagne

In deze rubriek deelt tuinontwerper Bernadette Geradts van Kleine Natuur Tuinontwerp praktische tuintips met ons. Deze keer laat ze zien hoe je een bollenlasagne maakt met narcissen en blauwe druifjes. Dit is een leuk klusje voor deze periode, waar je straks in het voorjaar veel plezier van hebt!

Klik voor meer tips: #GroeneVingersKweken

#DiepGravendeVragen – Gerd van Helden – De Natuurtuin

“Die gekke Brabander met z’n onkruid.” Bijna dertig jaar geleden was de visie van tuinontwerper en hovenier Gerd van Helden nog niet zo algemeen geaccepteerd als nu. Zeker hier in de regio was hij één van de eerste professionals die kennis van ecologische processen combineerde met een natuurvriendelijke manier van tuinieren. Sterker nog: die daarbij ook oog had voor het effect van een natuurlijke tuin op je lichamelijke en mentale gezondheid. Gelukkig wisten gelijkgestemde opdrachtgevers hem te vinden en heeft hij sinds 1994 zo rond de 1000 tuinen ontworpen en was hij bij een groot deel daarvan betrokken bij de aanleg!

Gerd: “Ik ben nog steeds blij dat ik mijn bedrijf De Natuurtuin heb genoemd, want daardoor vindt de eerste selectie bij potentiele opdrachtgevers al plaats. Liefhebbers van gecultiveerde of traditionele tuinen kloppen bij mij niet aan. Mijn opdrachtgevers zijn ook vaak degenen die bewust wat landelijker wonen en de ruimte hebben. Ze hebben net als ik affiniteit met de natuur.”

“Ik draag al mijn hele leven de natuur een warm hart toe en vind het belangrijk om een verschil te maken. Dit land is al overgecultiveerd. Werken met een-jarigen of plantjes netjes op een rij? Dat is niet mijn stijl. Mijn werkwijze komt voort uit de drang om natuur de ruimte te geven en te focussen op biodiversiteit. Dat was vrij ongewoon toen ik net begon, maar wordt nu steeds normaler. Mede doordat overheid en bedrijven bewuster met ecologie bezig zijn en mensen het daardoor vaker zien en mooi gaan vinden.”

Ervaar je het als positief dat er nu steeds meer aandacht is voor ecologisch en diervriendelijk tuinieren?

“Dat is niet alleen goed, het is keihard nodig. Met het klimaat en de verarming van de natuur, het verdwijnen van soorten. Kijk, als het gaat om keuzes maken, is de natuur vaak het ondergeschoven kindje. Geld is leidend. Het gaat om winst en verdienen, minder om schoonheid en leven. Daar probeer ik wat aan te doen.”

“Ik vertel vaak: bij twijfel niets doen. Als je niet weet wat voor plantje het is, laat het dan gewoon eens staan. Het kan altijd nog weggehaald worden, maar als je dat bij voorbaat doet, weet je niet wat het kan worden. Durf nieuwsgierig te zijn. Ik ben wel van het ingrijpen als dat nodig is, maar veel mensen hebben niet de rust in zichzelf om het ook gewoon eens te laten. Het moet netjes, of volgens een strak plan.”

“Deels is het ook opvoeding en conditionering hoe mensen naar tuinen kijken. Een klant van mij, een dame van in de tachtig, had een kleine bloemenweide van 5 bij 5 meter. Zo’n stukje dat normaal een gazon zou zijn. Het stond helemaal vol kleine bloemetjes zoals grasklokjes en er waren allemaal diertjes en insecten. Maar buren en omstanders vonden het maar rommelig en vroegen wanneer ze het ging maaien. Het is zo zonde dat dat niet gewaardeerd werd, dat niet herkend werd hoe ze op haar bescheiden manier bijdroeg aan de biodiversiteit. Het maakte haar echt een beetje verdrietig.”

Je ziet soms dat mensen met grote tuinen overgangen creëren tussen gecultiveerd en natuurlijk. Is dat een vraag die jij ook wel eens krijgt?

“Het is mensen eigen om ‘alles’ te willen. Dat drijft ook onze innovaties en de culturele en technische ontwikkelingen. We willen het allemaal en we willen het begrijpen. Het komt voor dat mensen een bloemenweide willen in de tuin, maar ook een mediterraan tintje bij de keuken. Hier in de regio zijn veel grote tuinen. Dan kan je redelijk veel wensen realiseren. Ook zijn er mensen die rondom het huis een gecultiveerde tuin hebben die naar de buitenranden toe steeds natuurlijker wordt.”

“Het voordeel daarvan is dat je minder onderhoud hebt. Als je alles continu netjes wilt hebben, heb je daar een dagtaak aan. Een natuurlijke tuin heeft uit praktische overwegingen meerwaarde. Het vraagt minder sturing. Ik heb hier zelf 8000 m2 tuin. Vroeger, toen we hier nog de kwekerij en open dagen hadden, was een medewerker vier volle dagen per week bezig met alles netjes houden. Toen was de tuin anders dan nu. Het is geen showtuin meer. Tegenwoordig lijkt het onderhoud meer op natuurbeheer.”

Heb je voorbeelden van tuinen waar de biodiversiteit zienderogen toenam na aanleg?

“Ik ben nu in Engelbert bezig met een project: in de tuin daar ligt gigantisch veel bestrating. Daar kan ik met m’n verstand niet bij. Ik gebruik alleen bestrating die functioneel is, zoals voor paden en terrassen. De overige ruimte is voor planten. Er moet veel te zien zijn. Het is wel een dankbaar object in Engelbert. Zelfs een blind paard kan hier geen schade aanrichten. Alleen al door stenen te vervangen door planten boek je winst.”

“Hier op het terrein was vroeger een kwekerij. Die kweker was echt van de oude stempel: hij gebruikte veel chemicaliën. Er waren wel bijen, maar amper vogels. Het was een bijna dood erf. Na 1,5 tot 2 jaar kregen we al te horen van de buren dat ze blij waren met onze komst. De vogels waren eindelijk weer terug.”

“Ik heb de middelbare tuinschool gedaan en later milieukunde gestudeerd. Daar was het credo: Alles is overal, maar het milieu selecteert. Dat zag ik terug bij een project in Meerstad. Midden in een nieuwbouwwijk, ver van de dichtstbijzijnde sloot, legden we een vijver aan. De volgende dag zat er al een kikker in! Hoe ontdekt zo’n dier dat zo snel?”

“Met planten kan je het verschil maken. Verwilderingsbollen zijn niet inheems, maar wel al heel lang ingeburgerd. Ze bloeien vroeg en bieden daarmee nectar aan de eerste bestuivers die rondvliegen. Hier in de tuin heeft een imker zijn kasten staan, de bijen vinden hier altijd voedsel van sneeuwklokjes, sneeuwroem, boshyacinten tot en met de klimop die heel laat nog bloeit. Met het verschuiven van de seizoenen kan de nectar van stinzenplanten heel welkom zijn voor insecten die vroeg ontwaken in een warm voorjaar.”

“Daarom is het jammer dat er bij de beroepsopleidingen eigenlijk maar weinig aandacht voor planten is. Er is weinig groenkennis. Dat zie je terug in de tuinen die aangelegd worden. Ik vergelijk het wel eens met de term ‘The Big Five’, oftewel de vijf wilde dieren die je gezien moet hebben tijdens een safari. In tuinen zie je vooral ‘The Big Ten’: plataan, lavendel, ijzerhard en siergrassen. Dat is jammer, want er is zoveel meer diversiteit mogelijk.”

Heb je zelf favorieten die je vaak gebruikt omdat ze veelzijdig zijn of het altijd goed doen?

“Ik zoek altijd naar variatie binnen de mogelijkheden van die plek. Variatie in seizoenen en kleur, en planten die meerwaarde bieden aan vogels en insecten. Daarbij gebruik ik zoveel mogelijk inheemse planten en planten met een enkele bloem waardoor de nectar beter is te bereiken voor de insecten. Verder kijk ik naar de seizoenen en wat er al in de tuin groeit. Een plant die goed toe te passen is, is duizendknoop met al zijn variaties. Daar vliegen veel insecten op. IJzerhard is een mooie weefplant die heel lang bloeit en veel insecten trekt.”

Je werkt als tuinontwerper en hovenier en hebt een groep professionals om je heen met wie je de projecten uitvoert. Wat kunnen jullie allemaal verzorgen voor de opdrachtgevers?

“Alles eigenlijk wel. Het leuke van dit vak is dat het multidisciplinair is. Het is nooit saai, altijd afwisselend. Veel hoveniers zijn echte allrounders en hebben ervaring met meerdere disciplines zoals bestrating, houtbouw en beplanten. Ik werk met een vaste groep zzp’ers en bedrijven en samen kunnen we alles verzorgen voor de klant. Van grondwerk met een kraan tot het aanleggen van een vijver. Alleen de elektriciteit wordt aangelegd door een elektricien. Dat moet goed en veilig. En soms huren we een metselaar voor specialistische klusjes.”

“De meeste tuinen die ik ontwerp leggen we ook aan. Regelmatig werk ik zelf mee, maar altijd ben ik degene van het organiseren, plannen en aansturen. Het is mijn kracht dat ik ontwerper en hovenier ben. Door mijn ervaring kan ik al in de schetsontwerpfase de vertaalslag naar de praktijk maken. Ik weet hoe iets logistiek aangepakt moet worden en wat er nodig is om een tuin aan te leggen. Daardoor kan ik een realistische calculatie maken. Het gaat om serieuze bedragen dus dan wil je vooraf wel een reëel kostenplaatje hebben bij de keuzes die je maakt.”

“Bij het ontwerp houd ik rekening met een aantal zaken: de wensen van de opdrachtgevers, de plek en wat er al is aan beplanting plus de mogelijkheden voor hergebruik. Hergebruik scheelt afvoeren van oud materiaal en het toeleveren van nieuwe. Veel mensen vinden het ook een sympathiek idee of houden van de uitstraling van doorleefde materialen. Die geven een andere sfeer in de tuin. Ze leggen een ander accent doordat ze niet zo aanwezig zijn als nieuwe materialen. Daardoor komen de planten beter tot hun recht. Het wordt natuurlijk wel anders als je materialen echt uitkiest op hun authentieke uitstraling. Bijvoorbeeld bij natuurstenen of gebakken stenen. Dan mogen ze juist wel een beetje opvallen. Ik maak ook regelmatig een combinatie tussen oud en nieuw, waardoor het accent verandert en de een de ander echt ophaalt.”

“Het ontwerpen en aanleggen van een tuin is maatwerk en iedere keer weer anders. Er spelen zoveel factoren mee. De plek, het budget, de wensen. Werken mensen zelf mee of willen ze de tuin in fases aanleggen? Daarom vind ik het nuttiger om bij mensen thuis aan hun keukentafel aan te schuiven dan af te spreken op mijn werkplek. Het gaat er tenslotte om wat zij willen. Veel mensen vinden dat trouwens lastig. Meestal weten ze beter wat ze niet willen dan wel. Bijvoorbeeld geen geel in de tuin.”

Probeer je ze dan ook op andere gedachten te brengen?

“Nee hoor. Ik zal hoogstens aangeven dat in een paarsblauwe tuin, geel de andere planten beter laat uitkomen. Maar ik ga niet prediken. De klant bepaalt zelf. Gelukkig heb ik voornamelijk opdrachtgevers die heel ‘open-minded’ zijn. We gebruiken als het ware dezelfde taal. Ik probeer er vooral de vinger op te leggen wat ze willen om te komen tot een mooi ontwerp waar leven en beleving centraal staan.”

Kan je uitleggen wat je bedoelt met beleving?

“Beleving is voor mij naar buiten kijken en dan zien welk seizoen het is. Dat je ervaart welke tijd van het jaar het is door de planten, bloemen, kikkers, dieren. Het fruit dat rijpt, de geur van de kamperfoelie. Alle zintuigen worden aangesproken in een tuin. Je voelt de verbinding met de natuur.”

“Ik geloof dat we gelukkiger en gezonder blijven als we in verbinding zijn met de tuin. Ik denk ook dat veel mensen zich dat tijdens corona realiseerden. Hoe kwetsbaar we zijn en hoe snel alles kan veranderen. Maar ook hoe goed we het hebben op onze eigen plek. Met De Natuurtuin kan ik daar aan bijdragen. Het is gewoon een prachtig mooi vak!”